Groninger Verdienmodel: natuurbedrijfsplan als randvoorwaarde bij uitbreiding melkveehouderij
12 juni 2014
Groninger Verdienmodel: natuurbedrijfsplan als randvoorwaarde bij uitbreiding melkveehouderij
Melkveehouders in Groningen die hun bedrijf willen uitbreiden met een bouwblok van meer dan 2 hectare moeten vanaf 1 juli eerst aantonen dat zij duurzamer gaan werken en produceren. Vanaf die datum is het Groninger Verdienmodel van kracht.
De Natuur en Milieufederatie Groningen heeft het afgelopen jaar samengewerkt met LTO Noord en de Provincie om de criteria te bepalen waar een boer aan moet voldoen om te mogen uitbreiden. Naast een aantal randvoorwaarden kunnen melkveehouders zelf kiezen op welke thema’s zij willen excelleren. De ondernemer die uiteindelijk een 7,5 als gemiddeld rapportcijfer haalt, krijgt ruimte voor de uitbreiding. Bij een lager eindcijfer is uitbreiding groter dan een bouwblok van 2 hectare niet mogelijk.
“Wij zijn blij dat in de toekomst bij grote staluitbreidingen ook gekeken moet worden naar de natuur- en landschapswaarden op het eigen bedrijf”, aldus Ellen Farwick van de NMG. Een randvoorwaarde voor het Verdienmodel is dat de melkveehouder een natuurbedrijfsplan laat opstellen voor zijn gehele bedrijf en verplicht is om minimaal 1% van zijn gronden in te richten voor natuur- en landschapselementen. Een andere randvoorwaarde is een maximale norm voor grondgebondenheid, wat belangrijk is om kringlopen op het eigen bedrijf te kunnen sluiten. Ook de uitstoot van ammoniak wordt nu voor het eerst in Groningen beperkt.
Naast de randvoorwaardelijke eisen zijn ook diergezondheid, dierenwelzijn, energie en vakkennis thema’s waarmee een boer punten kan verdienen. Voor alle thema’s en maatregelen geldt dat zij bovenwettelijke inspanningen van de boer vereisen.
Uitbreiding zonder dialoog met de omgeving is met het Verdienmodel niet mogelijk. “Het is belangrijk dat een melkveehouder met zulke grote uitbreidingsplannen dit met zijn omgeving bespreekt en zich daar ook voor inspant”, vindt Ellen Farwick. “Alleen zo kan draagvlak in de eigen omgeving worden verworven.”
De NMG maakt zich nog wel zorgen over de handhaving mochten boeren na staluitbreiding toch tegen de regels van het Verdienmodel ingaan. Ook het samenvoegen van twee bestaande bouwblokken tot een bouwblok van boven de 2 hectare moet niet mogelijk zijn. Dit moet goed geregeld worden in de provinciale Omgevingsverordening. Daar ligt nog een opdracht voor de Provincie.
Toch verdubbeling perceel buiten Verdienmodel om
In de gemeente Bellingwedde ziet een boer namelijk kans zijn bouwperceel uit te breiden tot 3,2 hectare zonder rekening te hoeven houden met het Verdienmodel: hij koopt het agrarisch bouwperceel van de buurman erbij. De NMG roept Provinciale Staten middels deze brief (zie kopje Provinciaal beleid) dan ook op de provinciale Omgevingsverordening zo aan te passen dat het Groninger Verdienmodel ook van toepassing is bij samenvoeging van agrarische bouwpercelen tot een bouwperceel van meer dan 2 hectare.
De Provincie erkent dat dit niet de bedoeling was van het nieuwe beleid. Volgens haar is echter sprake van een unieke situatie: repareren van de provinciale Omgevingsverordening is niet nodig. Er zijn echter veel meer situaties waarin agrarische bouwpercelen aan elkaar grenzen. Het samenvoegen van agrarische bouwpercelen is dan ook vaker mogelijk. De NMG gaat binnenkort opnieuw in gesprek met de Provincie.