Op welke manier draagt de Natuur en Milieufederaties als overkoepelende, landelijke stichting bij aan de onderlinge samenwerking en verbinding van de twaalf provinciale federaties? Die vraag staat centraal in de rubriek 25 jaar Samen Sterk.
Met deze keer: Petra Souwerbren, directeur van Natuur en Milieu Gelderland.
Vroeger en nu
Petra, waarom is jouw federatie ontstaan?
“We zijn in hetzelfde jaar ontstaan als de federaties in Limburg en Drenthe. Het begon allemaal met de voorloper van Natuur en Milieu Gelderland: de Gelderse milieuraad. Dat was in juli 1971, de tijd dat er internationaal veel aandacht kwam voor milieuproblemen. Het rapport voor de Club van Rome verscheen bijvoorbeeld. In de provincies ontstonden ook milieuorganisaties met specifiek aandacht voor milieuproblemen.”
Wat maakt Gelderland anders dan andere provincies? Tegen welke specifieke uitdagingen loop je daardoor aan?
“Gelderland is een provincie die zich met twee grote sectoren onderscheidt. Ten eerste heeft het een groot areaal aan natuur. Bijna de helft van de provincie bestaat uit natuurgebieden. Daarnaast is Gelderland ook een grote landbouwprovincie. Het zijn twee vormen van grondgebruik die voor ons belangrijk zijn. Ook kent Gelderland in het bijzonder de papierindustrie en agrifoodindustrie.”
“Wij zitten ons fors in voor natuurinclusieve landbouw. Wat nieuw is, is veel verstedelijking. De uitdaging is dat we heel scherp moeten zijn op zuinig ruimtegebruik. De nieuwe functies moeten de natuur en het landschap niet aantasten. Of ze moeten goed worden ingepast.”
Vereniging
Natuur en Milieu Gelderland is een van de weinige federaties die een vereniging is. Hoe zit dat?
“In 2015 hebben we bewust voor gekozen voor een vereniging. Dat had te maken met het idee dat je als vereniging meer binding hebt met je achterban en dat het democratisch orgaan is. Het is voor ons belangrijk dat we onze wortels zo goed mogelijk verankeren, ook op lokaal niveau in Gelderland. We willen mensen betrekken bij ons werk. De vereniging stelt ons beleidsplan vast. Het is belangrijk dat je met je leden overeenstemming hebt waar je aan wil werken.”